Netwerkanalyse

Dit artikel is gebaseerd op de ‘krachtenveldanalyse’ van Kessels & Smit.

Waarom ga je lobbyen? Uiteraard wil je iets veranderen. Je wil je impact op het beleid vergroten. En beleid, dat wordt gemaakt door mensen. Mensen van vlees en bloed met een eigen persoonlijkheid, een eigen ge-schiedenis en een unieke bril om naar de wereld te kijken. Als je het beleid wil beïnvloeden, moet je de over-tuigingen en het gedrag van de juiste mensen veranderen. Welke mensen zijn dat dan? Daar gaan we in dit artikel dieper op in.

Netwerkanalyse

Je gaat in kaart brengen wie je nodig hebt om je lobbydoel te bereiken. Dit noemen we de netwerkanalyse. Welk netwerk van mensen moet je aanspreken? Wie zijn de belangrijkste spelers om te benaderen met je lobbyacties? Twee factoren zijn hier het meest doorslaggevend: invloed en betrokkenheid.

Invloed
Wie beslist? Welke personen hebben een doorslaggevende stem? Kortom: wie heeft het meeste invloed op het realiseren van je lobbydoel? Dit zijn vaak de mensen met veel macht. Denk aan de burgemeester, sche-pen van Jeugd of algemeen directeur van je stad of gemeente.

Betrokkenheid
Hoeveel energie en tijd stopt iemand in het issue waar je voor strijdt? Houdt het hem of haar vaak bezig (posi-tief of negatief)? Heeft de persoon veel belang bij het slagen of mislukken van je doel? Dan kan je stellen dat de betrokkenheid van deze persoon op je lobbydoel hoog is. Is het voor de persoon een van de vele onder-werpen op de agenda, is de betrokkenheid eerder laag.

Invloed en betrokkenheid zijn dus niet hetzelfde. Iemand kan weinig tijd of interesse hebben voor je doel, maar kan wel een beslissende stem hebben in de realisatie.

Maak het visueel

Om meteen te zien welke personen je best prioritair benadert met je lobbyacties, kan het helpen om je net-werkanalyse en de invloed en betrokkenheid van je belangrijkste spelers visueel voor te stellen.

Een oefening:

  • Maak een lijst van de max. 8 belangrijkste spelers (zowel intern als extern betrokkenen / geen ‘ano-nieme functies’, maar personen ‘van vlees en bloed’) rondom je lobbydoel.
  • Geef van elke speler aan wat zijn of haar functie is en wat de basishouding ten opzichte van je doel is. Staan ze er positief (= groene kleur), neutraal (= blauwe kleur) of eerder negatief (= rode kleur) tegenover?
  • Teken een grote cirkel, zet je lobbydoel (of ‘big ask’) centraal en geef alle spelers een plek in het veld (in de juiste kleur volgens basishouding). Zet spelers die ‘logisch bij elkaar horen’ dichtbij elkaar in hetzelde segment van de cirkel.

De plaats in de cirkel wordt verder bepaald door:

  • Betrokkenheid: hoe hoger de betrokkenheid, hoe visueel dichter je personen zet bij je centrale lob-bydoel.
  • Invloed: hoe hoger de invloed/macht, hoe dikker de lijn die hem of haar verbindt met je centraal ge-plaatste lobbydoel.

Iemand met weinig betrokkenheid en veel invloed, zet je dus aan de buitenrand van de cirkel, maar met een dikke verbinding met je centrale lobbydoel.

Voorbeeld Krachtenveldanalyse

Je kan tenslotte ook de relaties tussen de verschillende spelers visueel weergeven door lijnen naar elkaar te trekken:

  • Vrienschappelijk en versterkende relaties: groene lijnen
  • Neutraal en strikt zakelijke relaties: blauwe lijnen
  • Verstoorde en vijandige relaties: rode lijnen

 

Trek je conclusies

Is je visuele netwerkschema klaar? Top, zet dan enkele stappen achteruit en aanschouw je werk. Wat valt je op? Welke spelers vormen een risico? Wie zijn je voor- en medestanders? Wat moet je verder onderzoeken?

Wie is voor jou nu het meest van belang? Wie moet je prioritair beïnvloeden en hoe ga je dat doen? Eerder direct of indirect? Voor meer tips kan je een kijkje nemen in het artikel ‘strategische communicatie en overtuigen’. Wil je nog dieper gaan in je analyse? Lees dan verder.

Ken je Pappenheimers

Zoals we in het begin van dit artikel al vertelden, hebben mensen steeds een eigen persoonlijkheid en referen-tiekader. Voordat je een strategie bepaalt om jouw gekozen personen te benaderen, krijg je best eerst zicht op enkele aspecten:

  • Wie heb je voor je? Mensen kijken op verschillende manieren naar de wereld. Hoe neemt de per-soon beslissingen? Op basis van logica (denken) of op basis van het in acht nemen van mensen (voelen)? Een wiskundige denkt anders dan een maatschappelijk werker. Je hebt kort door de bocht cijfer-mensen en mensen-mensen.
  • Wat is de drijfveer van de persoon voor je? Voor welk (maatschappelijk) doel komt de persoon uit bed? Wat wil hij of zij carrièrematig nastreven? Wat is de rode draad doorheen de loopbaan van de persoon? Wat heeft hij of zij allemaal al gedaan? Waar spreekt de persoon steeds over en hoe pra-ten anderen over hem of haar?
  • Hoe kijkt de persoon naar jouw lobbydoel? Draagt het bij aan het realiseren van zijn of haar per-soonlijk streven? Of is het net een risicofactor? Welk accent van jouw doel spreekt hem of haar het meest aan? Waar zal de persoon kritisch naar kijken? Wil hij of zij zich er überhaupt wel mee ver-binden?
  • Hoe kijkt de persoon naar jou? Ziet hij of zij je als bondgenoot of rivaal? Wat zou je van jezelf vinden als je in zijn of haar schoenen stond?

Bepaal op basis hiervan je strategie. Wat streef je zelf na? Welke risico’s wil je wel of niet lopen? Wie heb je het meest nodig? Wat moet je nog te weten komen? Tot wie heb je gemakkelijk toegang? Kan je anderen of medestanders inzetten? Je hoeft immers niet alles zelf te doen. Aan wiens oordeel hecht de persoon het meeste waarde? Welke kansen heb je nog niet benut? Wie heeft invloed om de meest cruciale factoren? Wat moet je benadrukken?