Hoe kan ik een Debattle ondersteunen?
Een Debattle organiseert zichzelf niet. Gelukkig zijn jullie er om dat jong geweld te ondersteunen. Maar hoe begin je eraan?
Hieronder lichten we verschillende aspecten toe die je in rekening kan brengen bij het ondersteunen.
Situationeel leiderschap
Op welke manier stel je je op als (bege)leider in de groep? Dat hangt van de specifieke context van de groep af. Het model van situationeel leiderschap geeft je richting.
Steunen:
Hoge competentie maar lage betrokkenheid. Hier zal je moeten starten met motiveren. Waarom is het belangrijk dat ze een Debattle organiseren. Er moet voldoende win zijn. Speel in op de drempels die ze tegenkomen. Belangrijk: gras wordt niet langer door eraan te trekken. Soms is het goed om het enthousiasme toch ergens anders te gaan zoeken en op de hoge competentie in te zetten als coaches.
Leiden:
Een hoge betrokkenheid, maar een lage competentie? Dan moet je veel uitleg geven. Neem ze bij de hand en laat ze zien wat ze moeten doen. Je gaat hen veel moeten coachen en stappenplannen meegeven. Laat hen niet te snel zelf beslissingen nemen. En bewaak dat er niet te veel oeverloos getwijfeld wordt.
Begeleiden:
Lage betrokkenheid, lage motivatie? Bezint eer je begint. Deze groep vraagt heel veel van jou. Je gaat hen zowel bij het handje moeten nemen als inzetten op motivatie. Zit je groep in deze fase? Stel je dan de vraag of je hier zeker voldoende tijd voor kan vrijmaken. Ook hier geldt: gras wordt niet langer door eraan te trekken. Kies voor een zo klein mogelijke inspanning en neem eventueel zelf zo veel mogelijk taken over. Luister naar wat hen tegen houdt en probeer hier creatieve oplossingen voor te voorzien.
Delegeren:
Een competente groep met een hoge motivatie? Dan kan je loslaten. Heerlijk achterover leunen en de magic zien happenen. Spreek ze van tijd tot tijd toe hoe goed ze bezig zijn. Coach ze en bekrachtig ze.
Flow als sweetspot tussen motivatie en competentie
In de flow-staat zijn competentie en uitdaging in balans met mekaar. Teveel uitdaging geeft stress en te weinig verveling. Althans dat is wat Mihaly Csikszentmihalyi met zijn Flow model beweert. Ook hier zitten instrumenten in voor jouw jeugdraadondersteuning.
Hoe is het namelijk gesteld met het uitdagingsniveau van je jeugdraadsleden? En hoe met hun competentieniveau? Stel op tijd in vraag wat jij in je hoofd hebt ook in overeenstemming is met wat de groep denkt?
Motivatie, waar koopt ge dat?
Er zijn verschillende redenen waarom mensen vrijwiligerswerk opnemen. De belangrijkste zijn:
- Het doet ertoe
- Je helpt er anderen mee
- Je bereikt er doelen mee
- Je kan bijdragen aan een doel
- Sociale redenen
De redenen waarom mensen blijven
- Het is plezierig
- Het geeft voldoening
- Je hebt een gevoel van bijdragen
- Trots op de organisatie
Speel dan ook met deze zaken als een groep minder gemotiveerd is of lijkt te zijn. Stel je de vraag of het er wel toe doet, of ze voldoende de impact van hun werk ervaren, of ze het nog wel gezellig hebben samen.
Wat kan je doen om motivatie aan te wakkeren:
- Gebruik data en cijfers om aan te tonen dat jongeren vragende partij zijn voor verkiezingsinfo en info over de lokale politiek. Doe zelf snel een bevraging. Of laat het hen vragen aan hun omgeving. Dat is meteen ook al goede reclame voor het evenement zelf.
- Zorg ervoor dat de mensen mekaar kennen en gemotiveerd zijn om samen een project op poten te zetten. Het is namelijk best spannend om een verantwoordelijkheid te dragen als je mekaar echt niet goed kent. Vraag aan de twijfelaars of ze niemand kennen die ze warm kunnen maken.
- Zet in op talenten. Stimuleer het inzetten ervan. Maar zorg ervoor dat je ook weet dat de jongeren die je aanspreekt ook energie halen uit dat talent. Je kan ontzettend goed zijn in vergaderen en structuur brengen maar er ontzettend weinig energie uit halen. Probeer het onderscheid goed te zien.
De hedendaagse vrijwilliger
De wetenschap ziet echter wel een shift in het engagement van vrijwilligers. Dit heeft veelal te maken met een veranderende wereld. Vaak spreekt men van de klassieke versus de nieuwe vrijwilliger. Het belangrijkste onderscheid tussen de twee ‘soorten’ vrijwilligers is voornamelijk het belang in status die gegeven wordt aan het vrijwilligerswerk.
Voor een klassieke vrijwilliger is de identiteit van het vrijwilligerswerk zeer belangrijk en deze valt dan ook samen met de vrijwilliger zelf. Een klassieke vrijwilliger wil vooral iets zijn. Een bepaalde verantwoordelijkheid dragen. Vanuit deze verantwoordelijkheid gaat hij zo veel mogelijk taken opnemen. Of hij deze nu kan of niet. Hij leert het wel omdat het doel dat vraagt.
Een nieuwe vrijwilliger wil veel minder (deel zijn van) het vrijwilligerswerk maar wil vooral dingen doen. De nieuwe vrijwilliger haalt vooral veel voldoening uit de taken die deze opneemt. Ze kijken meer naar wat zij uit het vrijwilligerswerk kunnen halen. Ook is het belangrijk dat het vrijwilligerswerk past bij hun kwaliteiten en talenten, maar ook dat ze intrinsiek gemotiveerd zijn om een actieve rol op te nemen.
Het is niet zo dat de nieuwe vrijwilliger de klassieke vrijwilliger verdreven heeft, maar het is een nieuwe soort naast de klassieke vrijwilliger geworden. Soms zie je ook dat deze twee culturen in één en dezelfde organisatie aanwezig zijn en dat dit dan ook spanningen oplevert.